sentence_1
stringlengths 2
1.42k
| sentence_2
stringlengths 2
1.11k
|
---|---|
Kleine blond meisje drinkt een glas sap. | Een meisje houdt een glas in de hand. |
Een persoon in een rode jas en een rennen zwarte en bruine hond. | Een persoon in een rode jurk loopt achter een zwart dier. |
Een vrouw in een rood jas kijkt als een zwarte en bruine hond van haar vlucht in het bos. | Een vrouw draagt een rood jas. |
Buiten de bomen gooit een vrouw met een jeans en een rode jas iets naar een Duitse herder om achter te jagen. | Een vrouw gooit iets voor een hond. |
Een hond bereidt zich voor om te vluchten van een persoon die met hem in contact komt. | Een hond is in de buurt van een persoon |
Een vrouw in een zwart-oranje jas gooit een stok voor een bruine en zwarte hond om te halen. | Een vrouw heeft contact met een hond. |
Twee mannen die samen iets willen bouwen, terwijl ze plezier hebben. | Twee mannen lachen en genieten van zichzelf. |
Drie mensen zitten op een bank. | Er zitten mensen. |
Twee vrouwen en een man zitten op een bank. | De vrouwen en de man zitten op een bank. |
Een man en twee vrouwen zitten op een bank. | Een paar mensen delen een bank. |
Een man en twee vrouwen in zwarte jassen met paraplu's zitten op een lange houten bank. | Mensen zitten op een bank. |
Man in rood Canada shirt staat met drie mannen in legeruniform | Man met drie mannen in legeruniform |
Skydivers in formatie. | Mensen gaan parasiet. |
Een vrouw checkt haar tas terwijl ze in een buitencafé is. | Een persoon kijkt in zijn tas in een restaurant. |
De cowboy zwaagt naar de rodeo-groep. | De cowboy gaf de mensen een zwaai. |
Een vrouw zit aan een eettafel buiten. | Een persoon zit. |
Een vrouw met een gele top zit op een stoel. | Een vrouw met een gele om te zitten. |
Een kind duwt een ander kind in een wiel, gekleed in een rode top en met een pet. | Kinderen spelen graag samen. |
Een cowboy rijdt op een stier in een rodeo arena. | Een cowboy rijdt op een stier op een rodeo. |
Een blond kind trekt een wagen met een blondje erin. | Een kind trekt een speelgoedwagon. |
Een man met een bruin jas tekent papieren voor een andere man met een blauw jas. | Een man schrijft op papier, terwijl een ander aan de kant staat. |
Een bruidegom en een bruid staan op het gras met zijn hand op haar taille. | Een bruidegom en bruid staan buiten. |
Een man zingt in een microfoon. | Een man zingt een lied. |
Een meisje in een blauw en roze zwembroek gooit stenen in een meer. | meisje gooit stenen |
Een man en een vrouw die intiem zijn, met hun benen in het water. | Een man en een vrouw worden intiem. |
Een groep mensen staat op een grasveld. | Mensen staan op een grasveld |
Mannen in uniform werken samen. | Geïnformeerde mannen werken. |
Een oudere vrouw legt wortels in een kasserol. | Een oudere vrouw zet wortels in een kasserol |
Een man in een grijze auto die schapen voedt. | De man is buiten. |
Drie mannen zijn in groep om de achterkant van een wagen met de achterdeur uit, twee mannen in gele uniformen en een in blauw. | Drie mannen zijn in groep om de achterkant van een auto. |
Drie mannen, twee in gele pakken, kijken achterin een auto. | Drie mannen kijken naar een auto. |
Hulppersonen kijken naar de achterkant van een auto. | Mensen kijken in een auto. |
Sommige brandweermannen controleren een voertuig. | De brandweer controleert een auto. |
Een man in een keuken maakt broodjes in een gietijzer pan. | Een man kookt. |
Een vrouw in een kleurrijke jurk met haar rug naar de camera en stof op haar oor. | Een vrouw heeft haar terug naar de camera. |
Een vrouw in kleurrijke inheemse kleding met een blauw shirt met een kleurrijke ontwerp toont haar donkere haar met rode lintjes gebreid. | Een vrouw is stijlvol gekleed in een inheemse kleding. |
Vreemd gekleed man lopen door de straat. | Een vreemd gekleed man loopt. |
Een man in ruffles duwde een kinderwagen door een park. | De man duwt een kinderwagen. |
Een vreemd gekleed man die een kinderwagen door een stoep duwt in een park. | Een man met rare kleren loopt door een park. |
Een glimlachende man kookt iets heerlijks. | De man kookt. |
Een jongeman met een rugzak en zonnebril loopt naar een winkelruimte. | Een man loopt in de buurt van een winkel |
Een jongeman met een rugzak en donkere bril komt het bakstenen gebouw naderen waar er een beetje graffiti op de muur staat. | De jongeman heeft een bril op zijn gezicht. |
Een bruine hond die met twee witte en bruine honden op de kust loopt met krachtige golven achter zich. | De honden waren buiten en renden langs de kust. |
Een jongeman met blauwe zonnebrillen loopt voor een rood baksteen gebouw. | Man in blauwe bril lopen voorbij een gebouw |
Een hond springt om een speelgoed in de sneeuw te vangen. | Een dier springt op een plaats die niet heet is. |
Zwarte hond springt in de lucht om een speelgoed in de sneeuw te vangen. | De hond zit in de sneeuw. |
Een zwarte hond in de sneeuw springt van de grond om een stok te vangen. | Een hond vangt een stok. |
Een persoon hangt foto's van vrouwen op met een paar toeschouwers die rond de fietsen kijken. | Er zijn mensen die kijken hoe een ander foto's ophangt. |
Vijf mannen, één met een wit shirt op iets staan, hangt een foto van een kind op. | Mannen hangen iets aan de muur. |
Er werken vier oosterse mannen aan en hangen foto's van mensen op. | De mannen werken. |
Een man in een wit shirt hangt een schilderij op in een vervallen winkel terwijl andere mannen kijken. | Mannen zijn binnen. |
Mannen spelen voetbal, de voorste gaat de bal schoppen. | De jongens spelen een spelletje. |
Een man zet een poster op voor een winkel. | Een man versiert een winkel. |
De Arsenal voetbalclub warmt op op het voetbalveld terwijl een paar fans kijken. | Een voetbalclub tijdens de warm-up. |
Voetballers verwarmen zich door de voetbalbal rond te schoppen terwijl het publiek wacht. | De menigte keek naar de spelers terwijl ze zich voorbereiden. |
Mensen zitten en ontspannen zich naast een zwembad in een plein. | Mensen gaan rond een zwembad. |
In een bowlingbaan kijkt een man met een groene bowlingbal naar de speldjes die hij moet neerhalen. | Een man bowelt. |
Een man met blauwe jeans en rode bowlschoenen staat in een bowlingbaan met een groene bal in zijn hand. | Een man staat op een bowlingbaan. |
Een man staat met een groene bowlingbal in zijn hand en kijkt naar de bowlingbaan. | Een man speelt bowlen. |
Een man met een groene bowlingbal staat bij de ballen terugkeermachine in een bowlingbaan. | Een persoon met een groene bowlingbal staat bij de ballen terugkeermachine in een bowlingbaan. |
Een man staat op met een groene bowlingbal in zijn rechterhand. | Een man bowelt. |
Een groep mensen zit aan een tafel buiten en praten. | Een groep zit buiten en praat. |
Een groep mannen en vrouwen hebben een discussie in een restaurant. | Een groep mannen en vrouwen praten |
Een groep volwassenen heeft een gesprek aan een tafel onder een tent. | Mensen hebben een discussie. |
Een groep mensen die rond een picknicktafel zitten. | De mensen zijn bij de tafel. |
Een groep mensen komt samen op het gras in een achtertuin met tenten, tafels en stoelen opgesteld. | Een groep mensen die zich op het gras verzamelen. |
Een voetbalteam speelt tegen een ander. | Mensen spelen een sport. |
Een zwarte hond die in water nadert bij rotsen. | Er is een hond buiten die in het water speelt. |
De drie jongens houden zich allemaal vast aan een flotatieapparaat in het water. | Drie jongens zitten in een waterbak. |
Een voetbalwedstrijd waarbij het team in geel probeert het team in wit te passeren naar de keeper met een zwarte top en blauwe shorts. | Er is een voetbalwedstrijd met een team in geel. |
Een groep mensen speelt voetbal en twee spelers van tegenstrijdige teams vechten voor de bal. | Een voetbalwedstrijd. |
Een voetbalwedstrijd tussen een team met witte truien en een team met gele truien. | Er is een wedstrijd. |
Een jonge vrouw speelt viool. | De jonge violist is een vrouw. |
Mensen ontspannen zich rond een grote gemeenschapsfontein in een park. | De leden van de gemeenschap zijn in het park bij een fontein. |
Een vrouw die violin speelt met een zonnebril op haar hoofd. | Iemand speelt een instrument. |
Een vrouwelijke violist omringd door andere violisten. | Een violist onder andere strijkklankers |
Een man in revolutionaire kleding doet een belklinken. | Een man in revolutionaire kleding maakt lawaai met een bel. |
Een paar mensen die rond een stapel rotsen werken. | Mensen werken. |
Een man met een grijze hoed kijkt naar beneden. | Een man draagt een pet. |
Een oudere man in blauwe historische kleding doet een belklok in zijn rechterhand. | man die een bel luidt |
Drie kleine kinderen, bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel met een hap uithoudt, poseren op een schilderachtig uitzicht op de bergen. | Een groep kinderen poseren. |
Twee kleine meisjes, één in een groene jas en een in een roze jas, en een kleine jongen in een groene jas met een appel op een rots. | Drie kinderen zitten op een rots. |
Een oude man in een khaki broek en een bruin shirt staat op de stoep voor een gebouw. | Een oude man staat bij een gebouw in het centrum. |
Een man in kostuum doet een belklok. | Een man speelt een instrument. |
Twee vrouwelijke medische medewerkers lezen hun kaartjes. | De vrouwen werken op het gebied van gezondheidszorg. |
Een persoon in een oranje shirt ligt op de grond terwijl anderen om haar heen staan en glimlachen. | een persoon in oranje |
Twee mannen staan rond een mengbak. | Twee mannen staan rond een kom. |
Vijf mensen op het podium optreden en acteren terwijl het meisje op haar buik ligt. | Een groep mensen speelt op het podium. |
Vier mensen spelen achter een vrouw in een gele shirt ligt op de grond. | Een vrouw ligt liggen. |
Twee mannen koken samen met een metaalbak, bij een hangende plant. | Bij een hangende plant kookten twee mannen met een metaalbak |
Een vrouw in een gele shirt ligt op de grond. | Een vrouw boven haar kleren. |
Twee mannen lachen samen in de keuken. | Twee mannen zijn in de keuken. |
Twee mannen koken in de keuken met rijstmelk. | Twee jongens koken met rijstmelk. |
Een man windsurft in een nattepak. | Een man is windsurfen. |
Een kite surfer begint in de oceaan te vallen. | Een kite surfer valt. |
Een windsurfer balanceert op het water. | Er is een windsurfer die op het water balanceert. |
Een man wacht op een waterboord. | Een man is wakeboarding. |
Een man parasailt in het rot water. | Het water was op de grond terwijl de man parasailde. |
Een vrouw in een witte jurk met een tiara zingt in een koor, dat een rij mannen in zeehuts heeft. | Het koor zingt. |
Een kind met een houten werktuig | het kind werkt met hout. |